Als hij drie jaar geleden pijn voelt bij zijn borst, been en tussen zijn schouderbladen, weet de dan 31-jarige Cristiaan genoeg. Hij haast zich naar het ziekenhuis, waar na lang aandringen wordt ontdekt dat hij een aortadissectie heeft. ‘Ik kwam uit de operatie en dacht alleen maar: huh, ik leef nog.’
‘Onbewust linkte ik de symptomen aan die van mijn vader. Hij is aan een aortadissectie type A overleden. Ik zat achter de computer toen ik iets merkte. De pijn werd steeds erger. Een zoektocht op Google bevestigde mijn angst. Samen met mijn moeder spoedde ik mij naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Daar voelde ik mij niet serieus genomen. “Je bent veel te jong”, zeiden ze. Mijn zusje, die operatieassistent is, arriveerde. Zij merkte aan mijn gedrag dat het mis ging: ik kreeg uitvallen, wist niet meer wat ik morgen zou doen en mijn zicht werd minder. Een CT-scan wees uit wat we al die tijd al dachten en vreesden. Ik moest met spoed naar het UMCU, waar ze me konden opereren. Bij aankomst stond er al een chirurg klaar die mijn aortaboog zou vervangen. De operatie duurde ruim acht uur.’
In kleine stapjes vooruit
‘Ik ging de operatiekamer in met de boodschap dat ik het waarschijnlijk niet zou redden. De volgende ochtend deed ik mijn ogen open. Direct dacht ik: “ik ben er nog”. Vanaf dat moment pakte ik elk type revalidatie aan, zowel psychologisch als fysiek. Door mijn linkerbeen stroomde weliswaar 80 procent minder bloed, het was absoluut geen reden om te stoppen met sporten. Al zou ik eraan kapot gaan, ik móest trainen. In letterlijk kleine stapjes kwam ik er weer bovenop. Was 300 meter lopen eerst een crime, onlangs liep ik 11 kilometer richting de top van een berg. Zielig in een hoekje zitten huilen en beseffen dat ik wel dood had kunnen zijn, dat is niks voor mij. Laat mij maar genieten van de dingen die ik wél kan oppakken.’
Sportiever dan ooit
‘Voor mijn aortadissectie, zowel type A als B, sta ik nog onder controle. Dat is geen reden om stil te zitten. Ik sport drie tot vier keer in de week. Mijn spiermassa en conditie zijn beter dan ooit. Dat ik af en toe een paar uurtjes slaap voordat ik de kroeg in ga, neem ik maar voor lief. Twee maanden na de operatie kocht ik zelfs mijn eerste motor. Het was heerlijk om me te richten op wat ik wel kon. Het typeert hoe ik in het leven sta. Niks houdt me tegen om er vol gas tegenaan te gaan. Zelfs een aortadissectie niet.’